Actuele hypotheekrente

Renteverwachting 20 februari 2024

Kortlopende rente (variabel en tot 5 jaar vast): eerst nog stabiel, daarna omlaag

Langlopende rente (langer dan 5 jaar vast): verder omlaag

Verwachte ontwikkeling hypotheekrente

Als we naar de renteverwachting kijken, maken we onderscheid tussen lange en korte rente. Samen vormen ze namelijk een belangrijke graadmeter voor de hypotheekrente. Korte rente geldt voor leningen waarvan het rentetarief maximaal vijf jaar is vastgezet. Voor leningen waarbij het rentetarief langer dan vijf jaar vaststaat, geldt lange rente.

Disclaimer. De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door ABN AMRO betrouwbaar geachte gegevens en informatie, die op zorgvuldige wijze in onze analyses en prognoses zijn verwerkt. Noch ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuistheden. De weergegeven opvattingen en prognoses houden niet meer in dan onze eigen visie en kunnen zonder nadere aankondiging worden gewijzigd.

Uitgebreide renteverwachting

Uitgebreide renteverwachting

De variabele hypotheekrente is hard gestegen, doordat de ECB haar rentetarieven vanaf de tweede helft van 2022 fors heeft verhoogd. Het zogenaamde depositotarief waartegen commerciële banken geld kunnen stallen bij de ECB, stond in juli 2022 nog op -0,5%. Vervolgens heeft de ECB het depositotarief in stapjes verhoogd naar het huidige niveau van 4%. Wij denken dat de ECB vanaf juni de depositorente weer gaat verlagen en verwachten dat de variabele hypotheekrente dan mee daalt. Bij voor de inflatie gunstige berichten kan de ECB de eerste renteverlaging mogelijk zelfs al iets eerder doorvoeren.

De reden voor de reeks renteverhogingen van de ECB is de hoge inflatie. De index van de consumentenprijzen steeg veel harder dan gewenst. In oktober 2022 piekte de stijging op 10,6% jaar-op-jaar, terwijl de ECB als doel heeft de inflatie op lange termijn op 2% te houden. De extreme prijsstijgingen zijn het afgelopen jaar behoorlijk afgevlakt. In januari lag de stijging van het gemiddelde prijspeil nog maar op 2,8% jaar-op-jaar. Nu de inflatie terugkeert richting de 2%-doelstelling van de ECB, kan de ECB de rentetarieven verlagen om zo de vraag te ondersteunen en de economische groei te stimuleren.

De inflatie is gedaald doordat de eerdere voedsel- en energieprijsstijgingen uit de inflatiecijfers zijn verdwenen. Daarnaast zien bedrijven minder kans om kostenstijgingen door te berekenen vanwege de zwakke vraag. Dit is onder meer terug te zien in de kerninflatie. Deze inflatiemaatstaf, die volatiele prijscomponenten zoals voedsel en energie buiten beschouwing laat, daalt ook. Na een piek van de 5,7% in maart vorig jaar staat de kerninflatie nu op 3,3%. Deze daling versterkt de verwachting dat de reguliere inflatiemaatstaf, inclusief voedsel- en energieprijzen, terugkeert naar de 2%-doelstelling.

Tijdens het laatste beleidsoverleg in januari liet de ECB de rentetarieven ongewijzigd. De ECB is nog niet gerust op de loonontwikkeling. Bij een krappe arbeidsmarkt kunnen de lonen harder stijgen dan gebruikelijk. Als bedrijven de hogere loonkosten vervolgens in hun afzetprijzen doorberekenen, dreigt de inflatie langer hoog te blijven. Daarom wacht de ECB op geruststellende signalen vanuit de arbeidsmarkt.

Ondertussen zijn er aanwijzingen dat de reeks renteverhogingen de kredietverlening en de bestedingen afremt en dat bedrijven moeite hebben om hun prijzen te verhogen. Daarom verwachten wij dat de ECB binnenkort de groeiterugval als een grotere bedreiging voor de economie zal beschouwen dan de inflatie en met oog daarop in juni de eerste renteverlaging doorvoert. Volgens onze prognose komt het depositotarief eind dit jaar uit op 2,75%.

De verwachte koersverandering bij de ECB heeft nu al invloed op de 10-jaars rente op Nederlandse overheidsleningen. De 10-jaars staatsrente stond oktober vorig jaar nog op 3,3%. Toen de eerste tekenen kwamen dat de inflatie afzwakt en de ECB zich geleidelijk kan gaan opmaken voor een koerswijziging, begon de 10-jaars staatsrente te dalen. Inmiddels staat deze op 2,7%. Wij denken dat de 10-jaars staatsrente nog verder kan dalen naar 2,4% eind dit jaar.

In het spoor van de staatsrente zijn ook de hypotheekrentes met een lange rentevaste periode sinds oktober gedaald. De daling van de 10-jaars hypotheekrente is qua omvang vergelijkbaar met die van de 10-jaars staatsrente. Wij denken dat de door ons geraamde daling van de 10-jaars staatsrente zich in de loop van dit jaar zal vertalen in een verdere daling van de 10-jaars hypotheekrente.

Maak een gratis afspraak